Op veel plekken in het kerguelen eilandenrijk (totale opp 7215km2) waar de
vogels hun nesten op de grond bouwen wegens gebrek aan bomen jagen de
verwilderde katten, afstammelingen van huisdieren die door robbenjagers en
overwinteraars werden achtergelaten. Zij hebben geen vijanden en verslinden
duizenden jonge stormvogels. Op Roberts Island zijn nog geen katten, moeflons (in 1957 op de Kerguelen ingevoerd vanuit Corsica) of witte oerossen. Wel zijn er schapen
op mijn eiland. Ik bracht ze mee vanuit Vuurland, mijn vorige verblijfplaats,
en ik sus mijn geweten met de gedachte dat er op de kerguelen veel schapen aan hun
lot overgelaten zijn die in een korte tijd een grote weerstand hebben opgebouwd tegen de kou.
Ook kruipen hier insekten rond die de bezoekers meegebracht hebben met hun bagage. Zij kunnen hier niet
vliegen in verband met de enorm harde wind
Overal vind ik konijnenholen en op veel plaatsen onder mijn voeten loopt een uitgebreid
tunnelstelsel.
en in de loop der tijd zijn hun vleugels verschrompeld.
Door de ingevoerde konijnen
is niet alleen de kerguelen kool nagenoeg verdwenen maar
zijn ook andere spaarzame planten zoals de azorella waarvan ze de wortels aanvreten verdwenen. De
kerguelen kool stamt waarschijnlijk nog uit de tijd dat het hier warm was.
In de bladeren zit ascorbinezuur, de remedie tegen scheurbuik. De kool heeft heel wat zeelieden van de dood gered.
robert